Met een fruitboom in de hand
Bolivië heeft ons meer dan eens verbaasd,een wankel land dat elke dag op morgen hoopt. In de ogen van een Boliviaan schuilt veel onzekerheid. Hij beseft ergens dat er aan een toerist veel geld te verdienen valt maar weet nog niet dat met wat meer vriendelijkheid dit veel gemakkelijker zou gaan. Wantrouwig deelt hij zijn land waarin de prachtige natuur de enige zekerheid is.
Onze reis door Bolivië begint op het Titicacameer. Op de boot naar Isla del sol, waar volgens de Inca’s de zon geboren is, zit het vol met toeristen, maar eens op het eiland weten we deze toeristentoevloed al snel achter ons te laten na een steile klim op oude Inca-trappen. Het uitzicht is hier prachtig, met wat verder Isla de la luna, je raadt het al, de geboorteplaats van de maan. Op onze tocht naar de top van het eiland ontmoeten we een Argentijnse prof waarmee we wat later in een gezellig restaurantje vertoeven en van een zonsondergang genieten. De Argentijns prof is blij met zijn publiek en als brave studenten komen we meer te weten over de Argentijnse demo- cratie en – grafie. Hoewel in werkelijkheid mijn blik al snel naar buiten geleid wordt en het vooral Dries is die geïnteresseerd blijft luisteren. Nadat Dries de volgende ochtend voor het ontbijt even een vierduizender beklimt, dalen we de oude trappen weer af, we hadden hier gerust wat langer kunnen blijven, maar dat gevoel hebben we wel vaker.
Terwijl we La Paz binnen rijden langs verloederde wijken zien we hoe een oude vrouw beroofd wordt van haar handtas en de politie, 3 meter verderop, zijn taak lijkt te vergeten. Wanneer de bus 20 meter verderop stopt en de chauffeur met een luide “servido” duidelijk maakt dat hij ons niet verder zal brengen, zouden we het liefst deze stad weer zo snel mogelijk verlaten. Gelukkig worden we opgewacht door Fré, een oud-chiroleider die hier werkt als vrijwilliger en er op korte tijd in slaagt ons de stad te laten waarderen en dat is in ons geval niet eenvoudig!
Snel merken we met welke gedrevenheid Fré zich inzet voor zijn vrijwilligersprojecten. Een dagopvang voor kleine kindjes, heeft nog maar net een stabiele vorm bereikt terwijl zijn laatste project, waar blijkbaar meer als wat fruit geteeld zal worden*, al in volle voorbereiding is.
Het is koud in La Paz, leuk om onze warme kleren die we al een hele reis meesleuren eens aan te trekken maar na enkele dagen bibberen nemen we toch de bus richting Coroïco. Drie uur verder is het 2000m lager en heeft de koude hoogvlakte plaatsgemaakt voor een tropisch woud. We belanden in een hostal met versgedraaide ijsjes die al snel een dagelijkse beloning worden na een stevige wandeling.
De fruitbomen groeien hier rijkelijk en hun heerlijke vruchten vormen een lekker tussendoortje tijdens onze wandelingen onder de warme zon. Zulke fruitbomen zouden ook wel passen op Fré zijn nieuwe grond, we kunnen het ons dan ook niet laten op zoek te gaan naar een kwekerij en kopen een bananenboom, passievruchtplantjes, een mangoboom en een granadaplant.
Als echt Bolivianen reizen we terug naar La Paz met onze 5 fruitbomen die we ongeneerd mee de bus opnemen. Alles past hier in een minibusje, een kip, een olifant, een lading stenen, een voorraad cocabladen of wat extra kinderen gewikkeld in kleurrijke doeken. Wanneer de plantjes de eerste busrit vlot overleefd hebben, bereiden we ze voor op de nog zwaardere etappe van La Paz naar Huaracina, een rit die ze grotendeels op het dak doorbrengen. Half gehavend, maar zelfs voor een plant zichtbaar opgelucht planten we ze in volle zon naast een juist omgezaagde boom en een nu toch al iets meer dan half geschuurde poort. Beloond voor ons ‘harde’ werk verlaten we als fiere meter en peter van een klein bananenplantje dat ongetwijfeld nog vele vruchten zal afwerpen, La Paz.
*voor meer info over dit project, en alle andere zie http://bolivenissen.blogspot.com/2010/12/sumakamana-het-nieuwe-project.htmlReacties
Reacties
Allee leuk verhaaltje ;)
en ge gaat dus plantenboer worden als ge terug komt :p
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}